Eenvoudige montage

Alle kastonderdelen worden bij ons voorzien van een etiket met dezelfde benaming en nummering zoals door jouw ingegeven in de configurator. Op het etiket vind je ook de richting terug zodat je de platen correct plaatst.

Benodigdheden

  • Waterpas (indien beschikbaar een lange waterpas voor de breedte- en hoogte-richting en een korte waterpas voor de diepte-richting)
  • Een kruisschroevendraaier
  • Optioneel: een schroefmachine. Let wel dat deze niet te sterk staat ingesteld zodat de kast niet beschadigd wordt.
  • Optioneel: een lichte of rubberen hamer om de deuvels vast te kloppen

Losse onderdelen

  • Deuvels
  • Schroeven
  • Kastverbinders
  • Losse legplanken: 4 legplankdragers
  • Vaste legplanken: 4 verbindingsschroeven
  • Kledijstangen: beugels, stang en schroeven
  • Lades: gelijders, systeemschroeven en voorgemonteerde lade
  • Deuren: scharnieren en bevestigingsbeugels
  • Grepen: grepen en bevestigingsmateriaal of tip-on

Sokkel

Begin met het plaatsen van de sokkel poten in de sokkel in de daartoe voorziene gaten. Let wel, de ronde kant van de poten wijst naar de voorkant van de sokkel (de kant met de gaatjes in).

Plaats vervolgens de sokkel met de dikke lijn op het etiket naar voren. Zorg ervoor dat deze waterpas staat, en dat de totale hoogte van de sokkel (gemeten tot aan de bovenkant van de plaat) minstens 122 millimeter bedraagt zodat de plint straks onder de kast past. Om de hoogte bij te stellen draai je aan de poten (onderaan de poot zelf, of met een schroevendraaier door het gat bovenaan). Plaats de sokkel op zijn plaats (tegen de achterwand) en laat links en rechts voldoende ruimte vrij voor de paslatten of de afwerkingsplaten.

Monteer de poten in de sokkelplaat Plaats de sokkelpas waterpas

Modules

Eens de sokkel juist geplaatst is kan je verder met het monteren van de modules. Dit doe je best van links naar rechts. De modules monteer je het eenvoudigst vlak op de grond met de kastopening naar onder. Doe dit op een deken of doek zodat je de platen niet beschadigt.

Welke plaat bij welke kast en module hoort, vind je terug op de stickers die op elke plaat hangen. Op de stickers staat vaak ook een dikke lijn en een pijl om het monteren te vereenvoudigen: de dikke lijn bevindt zich altijd aan de voorkant van de kast en de pijl wijst altijd naar boven.

Begin met in de linker en rechter zijkanten de deuvels te monteren. Neem vervolgens de boven- en onderplaat en steek deze tussen de linker en rechter zijkant. Schroef het geheel nu in de voorziene gaten samen. Neem de achterwand en plaats ook hier de deuvels. Plaats deze vervolgens op de zij- en bovenkanten en schroef deze ook vast. Hiermee is de module af en kan deze op zijn plaats worden gezet op de sokkel. Tip: vaak is het eenvoudiger om de voorlaatste module van de kast het laatst te plaatsen: heb je bijvoorbeeld 5 modules, plaats dan eerst modules 1, 2, 3 en 5. Schuif modules 1, 2 en 3 zoveel mogelijk naar links, module 5 zoveel mogelijk naar rechts en plaats dan module 4 er tussen.

Eens alle modules op de sokkel geplaatst zijn, kunnen deze verbonden worden met de kastverbinders. Gebruik hiervoor de gaten in de zijkanten (telkens 4) en steek de huls langs één kant door beide modules en de bout langs de andere kant. Goed aanspannen zodat de kasten mooi tegen elkaar (ook achteraan) komen te staan. Tip: indien de modules te ver uit elkaar staan (langs achteren), en het moertje niet in de huls past, gebruik dan een langere moer van de paslatten om de modules eerst dichter bij elkaar te trekken.

Monteer de deuvels Monteer zij-, onder- en bovenkanten Monteer de achterwand

Zijkanten, paslatten en plint

Zodra alle modules geplaatst en verbonden zijn, kunnen de zijkanten of paslatten gemonteerd worden. Plaats als laatste de plint.

Afgewerkte zij- of bovenkant

Een zijkant wordt van binnenuit aan de kast verbonden. Hiervoor zijn er in de zijkant meerdere plastic moffen geplaatst. Plaats de zijkant op de juiste locatie, met de pijl naar boven. Indien er nog deuren gemonteerd worden, dan steekt deze 19mm uit. Zet ze vervolgens vast met de meegeleverde bouten.

Paslat (links, rechts en of bovenaan)

Monteer voor een paslat eerst de connector plaat aan de kast. Dit gebeurt met moffen en bouten net zoals een afgewerkte zij- of bovenkant. Plaats deze connectorplaat op zijn juiste locatie (meestal even diep als de kast) en maak ze vast met de meegeleverde bouten. Eens deze gemonteerd is, kan de paslat met behulp van deuvels aan de connector plaat verbonden worden.

Plint

Plaats als laatste de plint. Bevestig deze met de meegeleverde deuvels aan de sokkelplaat.

Inrichting

Eens de kast volledig gemonteerd is, kunnen de lades, stangen, legplanken,... geplaatst worden.

Losse legplanken

Plaats de bijgeleverde legplankdragers in de voorziene gaatjes en leg de legplank hier bovenop.

Vaste legplanken

In de legplank zitten 4 verbindingselementen waardoor de legplank vast gemonteerd kan worden. Schroef de verbindingsschroeven in de zijwanden. Schroef deze er recht in zodat de platen niet beschadigd worden. Eens alle verbindingsschroeven geplaatst zijn, kan de legplank van bovenaf op de verbindingsschroeven worden geschoven. De legplank wordt vastgemaakt door met behulp van een schroevendraaier de verbindingselementen in de legplank dicht te draaien.

Kledijstang

Monteer altijd eerst de vaste legplanken. Normaal zit er boven elke kledijstang een vaste legplank. Monteer de bevestigingsbeugels aan de zijwanden. Let wel: bij de strakke kledingstang zijn de bevestigingsbeugels verschillend en moet de linker beugel aan de linker kant gemonteerd worden en de rechter beugel aan de rechterkant. Doe dit met de bijgeleverde schroeven. Eens de beugels geplaatst zijn, kan de kledingstang geplaatst worden.

Lades

De lades worden door ons voorgemonteerd. Enkel de ladegeleiders moeten nog geplaatst worden. Gebruik hiervoor de meegeleverde systeemschroeven. Let erop dat de linker geleider links en de rechter geleider rechts gemonteerd wordt. Eens deze gemonteerd zijn kan de lade geplaatst worden. Zet hiervoor de lade op de geleiders en duw deze naar achteren tot deze vastklikt. Om de lade opnieuw te verwijderen druk je onder de lade de oranje hendels in waardoor de lade terug los komt en deze van de geleiders kan genomen worden.

Deuren

Zodra alle kastinrichting gemonteerd is, kunnen de deuren geplaatst worden. Begin met het monteren van de bevestigingsbeugels in de zijwanden van de kast. Let hierbij dat het pijltje op de beugel naar de voorkant van de kast wijst. Plaats vervolgens de scharnieren in de daarvoor voorziene openingen in de deuren. Duw het klepje dicht zodat het scharnier vast komt te zitten. Plaats alle scharnieren in de open toestand en houd de deur voor de kast zodat alle scharnieren tegen de beugels komen. Klik deze vervolgens een voor een vast. Om de deur opnieuw te demonteren trekt u achteraan het scharnier aan een klepje en klikt het scharnier terug uit de beugel.

Grepen / tip-on

Monteer de geselecteerde grepen. Afhankelijk van de gekozen greep zijn dit schroeven of bouten.

Indien u koos voor tip-on, moeten de tip-on buisjes in de kopse kant van de module (in het daarvoor voorziene gat) geplaatst worden. Kleef het metalen plaatje op de deur ter hoogte van de tip-on.